Home

Het viel eens hemels douwe

Het viel eens hemels douwe
Voor mijns liefs vensterkijn
Ik weet geen schoonder vrouwe
Zij staat in 't herte mijn
Zij houdt mijn herte bevangen
't Welk is zo zeer doorwond
Mocht ik haar troost ontvangen
Zo waar ik gans gezond

Die winter is vergangen
Ik zie des mei's vertuut
Ik zie die looverkens hangen
Die bloemen spruiten in't kruud
In genen groenen dale
Daar is 't genoeglijk zijn
Daar zingt die nachtegale
En zo menig vogelkijn

Ik wil den mei gaan houwen
Voor mijns liefs vensterkijn
En schenken mijn lief trouwe
Die alderliefste mijn
En zeggen: lief, wilt komen
Voor uw klein vensterken staan
Ontvangt den mei met bloemen
Hij is zo schone gedaan

Tekst uit Antwerpsch liedboek, 1544
Melodie uit Den boek der geestelijke zangen, 1631