Ze gingen samen langs weg en pad
En toen ze kwamen in d’oude stad
Was ’t alom donker
Ze waren laat
Geen lichtje blonk er in huis of straat
Maria, bleke, bleef doodmoe staan
Liet Josef smeken, langs deuren gaan
Geen had erbarmen
Hoe hij ook sprak
Er was voor armen geen onderdak
Tenslotte vonden z’ een stal
Waar dieren stonden om een krib van hout
Dan hebben beiden in eenzaamheid
Voor ’t kind dat schreide, wat stro gespreid
Guido Gezelle / Gerrit de Marez Oyens