Lustig gesprongen door ’t mullige duin
Lustig gezongen op helling en kruin
Hoor, in ons lied stemt het lied van de streek
’t Bruisen der zee en het ruisen der beek
Holland, zoet Holland, hoe zwelt ons het hart
Daar, waar uw duinwand de zeevloeden tart
Waar al de schat van uw welige tuin
Grenst aan de dorheid van ’t stuivende duin
Ned’rig van buiten, maar rijk in uw borst
Zijt ge, zoet Holland, door duinen omschorst
Wat u belaag’ op de vloed of op ’t land
Zwicht’ als golven voor ’t schuttende zand
Dr. J.P. Hije / L.A. van Tetterode